2021-09-03
Geheugen is een onderdeel dat wordt gebruikt om programma's en gegevens op te slaan. Voor een computer kan deze alleen met geheugen een geheugenfunctie hebben en een normale werking garanderen. Er zijn veel soorten geheugen. Afhankelijk van het doel kan het worden onderverdeeld in hoofdgeheugen en hulpgeheugen. Het hoofdgeheugen wordt ook wel intern geheugen (kortweg geheugen) genoemd en het hulpgeheugen wordt ook wel extern geheugen genoemd (kortweg extern geheugen). Extern geheugen is meestal magnetische media of optische schijven, zoals een harde schijf, diskette, tape, cd, enz. Het kan informatie lange tijd opslaan en is niet afhankelijk van elektriciteit om informatie op te slaan, maar wordt aangedreven door mechanische onderdelen, de snelheid is veel langzamer dan de processor. Geheugen verwijst naar de opslagcomponent op het moederbord. Het is het onderdeel waarmee de processor rechtstreeks communiceert en deze gebruikt om gegevens op te slaan. Het slaat de gegevens en programma's op die momenteel in gebruik zijn (d.w.z. die worden uitgevoerd). De fysieke essentie is een of meer groepen geïntegreerde schakelingen met gegevensinvoer en -uitvoer en gegevensopslagfuncties. Geheugen wordt alleen gebruikt om programma's en gegevens tijdelijk op te slaan. Zodra de stroom wordt uitgeschakeld of een stroomstoring optreedt, gaan de programma's en gegevens erin verloren.